Werkwijze

De leerling staat centraal. Dit betekent dat de trainingen zoveel mogelijk ingericht worden om de individuele vaardigheden van een leerling te stimuleren. In de sport betekent dit dat je eerst moet gaan ontdekken welke vaardigheden er zijn, om deze vervolgens te oefenen en ze proberen eigen te maken. Dat wat je goed kan nog beter maken en dat wat je (nog) niet goed beheerst tot een acceptabel niveau te brengen. Nieuwe vaardigheden leren betekent ook oude patronen doorbreken en dat vraagt bepaalde mentale vaardigheden. De leerling zal soms drie stappen achteruit moet doen om er vier vooruit te kunnen maken.

De trainers van CSA hanteren een pedagogische manier van training geven en proberen de leerlingen zoveel mogelijk te begeleiden in hun eigen (gestelde) doelen. Topsport behoeft een andere pedagogiek dan het klaslokaal. Soms is het nodig de leerling aan zijn/haar doelen te herinneren en te stimuleren deze na te streven of te behalen. Dit gebeurt altijd vanuit de zogenaamde ‘relatie’. De weg naar topsport toe is moeilijk en daarin worden vele hobbels overwonnen die waardevol kunnen zijn voor de rest van het leven. Zolang dat op een menselijke manier gebeurt.

In zowel het onderwijs als de sport wordt zelfregulatie gestimuleerd. Dit betekent dat de leerling fouten mag maken, maar moet (leren) reflecteren op eigen handelen om het aan te passen.
Zij dienen oplossingsgerichtte leren denken. Geen excuus waarom iets niet lukt, maar een reden waarom het volgende keer wel gaat lukken.
DeMotivatie van de leerling is de belangrijkste voorwaarde voor deelname aan de CSA sporten. Als deze er niet (meer) is wordt leren bijna onmogelijk.
Het lerendvermogen is de tweede voorwaarde voor deelname aan een CSA sport. Als je vaardigheden aangereikt krijgt en deze niet oppakt is er geen leereffect. Er zijn leerlingen die in de trainingen het direct eigen maken en andere leerlingen moeten het nog heel veel malen oefenen. Hoe de leerling het uiteindelijk leert is niet perse belangrijk, maar dat deze het leert is van belang. Uiteindelijk zal je de top nooit halen met alleen het volgen van trainingen. De echte toppers zijn groot geworden door wat ze er naast nog deden.

In de eerste en tweede klas heeft iedere CSA leerling twee sport specifieke trainingen per week en is er één gezamenlijke training waarbij alle 1e en 2e klas CSA leerlingen fysieke training krijgen middels andere sporten. In een reeks van 4 tot 6 weken wordt er een sport aangeboden waar veelal andere fysieke en motorische vaardigheden in ontwikkeling worden gestimuleerd.

Vanaf de derde klas stopt de fysieke training middels het beoefenen van andere sporten en vindt er voor met name de teamsporten een specifieke fysiektraining plaats die licht belastend is. Veelal is deze in de training vervlochten of het wordt op een apart moment georganiseerd.

Het aantal trainingsmomenten bij de club neemt meestal toe en vaak wordt daar ook een fysieke training aan toegevoegd. De meeste CSA sporten blijven twee keer per week trainen. Uitzondering daarin is op dit moment Basketball hier kan het aantal CSA trainingen en lessen oplopen tot vier per week.

CALAND SPORTS ACADEMY